Ontwerpbesluiten in architectuur

Voorontwerp

In de voorontwerpfase kan een architect de klant helpen bij het vastleggen van het programma en bouwterrein. Zoneringskwesties, waaronder de bepaling van het totale bouwoppervlak in de verband met de bebouwd-onbebouwd ratio, worden onderzocht. De bebouwd-onbebouwd ratio is het totaal toegestane oppervlakte van het gebouw in verhouding tot het bestemmingsplan.

Het bouwprogramma is de projectverklaring waarin vaak ook bepaalde ruimtetypes en geassocieerde loopruimtes worden opgenomen. Sommige architectenbureaus zijn gespecialiseerd in het helpen van klanten bij het helpen van bouwprogramma's en loopruimtevereisten.

Schetsontwerpen - schetsen - studiemateriaal en perspectieven

In deze fase genereren architecten veel ideeën door het tekenen en bouwen van maquettes. Sommige architecten werken tegelijkertijd op een grote dchaal, voor de relatie tussen het gebouw en de omgeving en met kleine details zoals materiaal selecties. Genereren en ontdekken zijn kenmerkend voor de fase. De architect onderzoekt de mogelijkheden en beperkingen.

Voorlopig ontwerp - tekeningen - maquettes - perspectieven en proefmodellen

Architecten beschrijven het project in de fase meer gedetailleerd, met behulp van tekeningen en maquettes. Vaak worden tekeningen op grotere schaal gemaakt, voor meer gedetailleerde informatie.

Definitieve ontwerp - proefmodellen op ware grootte

In deze fase worden bouwtekeningen voor de aannemer gemaakt. Ze leggen de ontwerpintenties van de architect uit. Ze vormen ook de legale documentatie voor het ontwerpproject, met visuele representaties die het belang van duidelijkheid en leesbaarheid benadrukken.

Bouwfase - op locatie

Tijdens het bouwproces kunnen reële bouwcondities, verandering in de beschikbaarheid van bouwmaterialen en kostenaspecten het noodzakelijk maken om de originele bouwtekeningen aan te passen. Architecten geven deze veranderingen vaak aan door middel van schetsen, waarmee de originele bouwdocumentatie aldus wordt aangepast.